Buikspieren

De Verheul methode

(Deze tekst is geschreven door Herman Lenferink, trainer Phoenix, Utrecht, voor de dvd die Herman en ik maken over de oefeningen die kenmerkend zijn voor de Methode Verheul.)
Achtergrond
De basis van de gymtraining is gebaseerd op de ideeën en inzichten van Herman Verheul, waarschijnlijk de eerste hardlooptrainer in Nederland die consequent zijn lopers oefende in het verbetering van de rompstabiliteit. Verheul heeft deze oefeningen grotendeels zelf ontwikkeld. Voorbeelden voor hem waren de circusacrobaten en de kozakkendans. Hij bedacht voor lopers nuttige oefeningen gebaseerd op de bewegingen van de Don Kozakken. Verheul liet deze vertraagd uitvoeren door zijn atleten en ontwikkelde zo vanaf het begin van de jaren '50 zijn kenmerkende oefeningen, waarbij atleten zich op handen en voeten over een afstand verplaatsen.

Ketenbelasting
Een ander kenmerk van Verheul's oefenstof is dat hij altijd minstens twee spiergroepen tegelijk belastte en dus werkte volgens het principe van ketenbelasting. Hij was wars van wat hij 'halve bewegingsvormen' noemde: hij trainde buikspieren altijd met gestrekte en niet met opgetrokken, uitgeschakelde benen. Sinds de jaren '50, toen Verheul zijn oefenstof ontwikkelde, heeft de tijd niet stil gestaan, maar het belang van dit soort oefenstof ten behoeve van prestaties en het voorkomen van blessures is pas rijkelijk laat erkend.

Rompstabiliteit
Baanbrekend was eind jaren '80 prof. Ben Kibler, die als eerste sportmedicus het belang van rompstabiliteit voor rugklachten onderkende. Het belang van rompstabiliteit voor allerhande blessures van de knie en het onderbeen is pas omstreeks de eeuwwisseling onderkend. Tegenwoordig zie je dat zogenaamde core stability oefeningen overal worden uitgevoerd, bij voetballers, bij schaatsers etc. Anton Engels wordt wel beschouwd als grondlegger van de moderne rompstabiliteit in de Nederlandse atletiek (sinds 1999), in de voetsporen dus van Verheul, die het was avant-la-lettre.